vrijdag 24 februari 2012

The sequel - a new beginning

“I told you I’d be back.”

Na een inspiratieloze periode ben ik terug van de partij om van deze blog iets leeswaardigs te maken. Een motiverend woordje van een aantal fans kan wonderen doen. Fingers crossed.

De bedoeling is nog steeds de Antwerpse bioscoopbeleving circa 1986 tot 1993 weer te geven in een “first hand account” van belevenissen en impressies gedurende deze formatieve jaren.

De eerste cinemabezoeken die ik me levendig herinner zijn de Disneyfilms in cine Astrid. The Aristocats, Pinocchio, Jungle Book, Bedknobs and Broomsticks en zelfs Condorman in 1981 zijn me bijgebleven ondanks de zeer slechte stoeltjes en de ronduit storende plafondbelichting die tijdens de vertoningen half aanbleef. Het kon de zaaluitbater waarschijnlijk niet veel schelen dat de peuters na de vertoning met scheefgegroeide ruggegraat naar huis moesten hobbelen want een volle zaal was altijd gegarandeerd. Cine Astrid was een van de kleinere bioscopen van het concern, maar nog steeds met het obligate uitstalraam met foto’s langs weerskanten van het al te kleine ticketbooth. Het aanpalende Cine Savoy was ondanks de spiegelende architectuur het complete tegenovergestelde van Astrid. Hier werden de B- tot Z-films gedropt die nét iets te weinig “exploitation”-gehalte hadden om in Ciné Capitole gescreend te worden. Het was dan ook onvermijdelijk dat kinderen die met hun ouders in de rij stonden om voor de n-de keer Bambi te bekijken, geconfronteerd werden met foto’s van het zoveelste Laura Gemser-vehikel. Voor diegenen die niet vertrouwd zijn met deze ebbenhouten deerne zou 1 enkele titel genoeg moeten zeggen : Black Emmanuelle. Ik ben dan ook nooit Cine Savoy binnengeweest, want als ik me herinner was deze zaal opgedoekt nog voor ik de legale leeftijd voor de meeste films had. http://inventaris.vioe.be/afbeeldingen/140665?size=full

Nog jeugdherinneringen zijn Robin Williams in Popeye (1980) waar ik, ondanks een grote Mork & Mindy-fan te zijn, niet van onder de indruk was. Deze miskleun van Altman heb ik gezien toen Cine Odeon nog op de Frankrijklei was, voor deze verkast werd naar de Anneessensstraat en werd opgesplitst in 4 kleinere zaaltjes.

De smeltende Nazi-koppen in Raiders of the lost Ark (1981) in Cine Astra, een van de weinige films die ik met mijn pa ben gaan bekijken. Het was pas jaren later, toen Raiders op teevee kwam dat ik deze scène écht heb kunnen bekijken en niet moest afgaan op de soundtrack om te weten wanneer ik van achter mn vingers kon komen. Ik krijg nog steeds de griebels van die Nazi-beul met z’n brilletje. Creep. Van Cine Astra vind ik spijtig genoeg echt nergens beeldmateriaal terug. Het enige wat ik kan zeggen is dat deze redelijk grote zaal zich schuin over Cine Rubens bevond. Als ik me niet vergis heb ik hier later ook nog The treasure of the four crowns gezien in 1983. Maar dat kan ook in de beruchte Cine Capitole zijn geweest. Maar meer over die zaal later.

De teleurstelling van zowel mijn moeder als grootmoeder bij Being there (1979). Zij hadden een nieuwe Pink Panther verwacht. Één blik op de affiche en ik wist genoeg…


E.T. (1982) in de grote zaal van Cine Calypso. Nog nooit zoveel volwassen mensen tegelijkertijd weten snikken en snotteren. Een uitverkochte zaal op de koop toe.

Hét zomerevenement in 1980 was ongetwijfeld het bezoek van de toenmalige disco-kings, The Village People. Dit voor de première van hun kitsch-classic “You can’t stop the Music”. Als 6-jarige ben je natuurlijk alleen maar bezig met de catchy tunes en de kleurrijke personages. Wist ik veel wat die kerels allemaal achter gesloten deuren met mekaar uitspookten. Maar zoals verwacht waren zowel moeder als grootmoeder volledig in de ban van deze disco-iconen. De allereerste vertoning in Cine Rex was vanzelfsprekend een big deal.

http://youtu.be/RSMVibnem8Q

Een derde de film in moest de grootmoeder hoognodig. Voor diegenen die het zich nog herinneren, bij Cine Rex was dat eerst de doorzichtig bruine glazen deuren door (die tijdens de voorstellingen achter een dik velouren gordijn schuilden en met het typische *klonk* geluid openden), rechtdoor de marmeren trappen af naar de onderliggende verdieping. Die trappen waren maar half zo diep als gewone trappen dus het was op zich al een opgave om daar vanaf te schuiven en de pols te breken. Niet zo voor “ons ma”. Halverwege de film, geen ma. “Die is wer on den taar gaauwe zekerst?” is vrij vertaald “Zij zal waarschijnlijk aan het babbelen zijn geslagen met iemand.” Tegen het einde van de film nog steeds geen ma. Waarschijnlijk had mn moeder het via de toiletdame vernomen dat “ons ma” van de trap was gedonderd, haar pols had gebroken en naar het ziekenhuis was afgevoerd. You CAN stop the Music dus…

Ik geloof dat een van de laatste films die ik samen met een familielid ben gaan bekijken “Jewel of the Nile” was, eind ’85. In dezelfde Rex.

Vanaf begin ’86 startte mijn avontuur als zelfstandige filmfreak.