Meer en meer begon ik op mijn eentje naar de cinema te
gaan, als 11/12-jarige knaap was ik de koning te rijk. "Vingde da na ni
appetaant oem alien te gaan?" Vroegen mijn ouders steeds. Ik had niet
liever, niemand om rekening mee te moeten houden, je ging zo dicht bij het
scherm zitten als je maar wou, niemand die de aandacht van de film kon
afleiden. Dit was ook "mijn" stad en dit waren "mijn"
zalen, mijn biotoop waar ik elke week kon genieten van de impulsen rondom mij.
Toen was er, voor mij althans, helemaal geen sprake van verzuring, geen gevoel
van onveiligheid. Een uitgebreide wandeling maken voor of na de film was een
avontuur, ik genoot niet alleen van de beweging, ik wou ook elke vierkante
meter van mijn stad leren kennen. Met ouder worden leer je ook andere Belgische
steden al dan niet grondig kennen, maar het is en blijft een onbetwistbaar feit
dat er geen enkele stad zoals antwerpen bestaat. Of heeft bestaan, want het
staat al even goed buiten kijf dat Antwerpen in de laatste 15 jaar stukje bij beetje
zijn charme is verloren. En dan krijg je verzuring, bitterheid, ontgoocheling.
En niet alleen bij mij...
Als je er bij stilstaat hebben de Antwerpenaren toch veel
te danken aan die knuffelmegalomaan Heylen. Hij was het die sinds
negentien*bloody*vijfendertig (!) het gezicht van de stad Antwerpen schiep.
Heylen en niet te vergeten alle medewerkers, van de programmeurs op de
hoofdzetel tot de ouvreuses van de BTW-zalen.
Tot zover de sfeerschepping, op naar de reviews van
februari 19*bloody*86.
The heavenly kid hapt makkelijk weg : kluchtig, luchtig,
geen grote acteerprestaties, uiteindelijk een leuk zondagmiddagfilmpje. De film
gaat over Bobby (Lewis Smith), een tiener die rond 1956 omkomt bij een 'chicken
race'. Hij kan vervolgens niet in de hemel komen voordat hij in 1986 nog enig
goed werk op aarde heeft verricht. Dit "goed werk" bestaat er uit een
typische square loser aan een lief te doen geraken. Ook leuk aan deze film is
dat Richard Mulligan, komisch acteur uit o.a. De televisiereeksen Soap en Empty
nest hier de rol vertolkt van een ultracoole guardian angel. Veel te vroeg
heengegaan ook, die Mulligan. Premiere voor Belgie in cine Metro, maar al even
snel terug weg als ie gekomen was.
Van Rocky 4 in cine Sinjoor heb ik vooral de soundtrack
onthouden. Van de film een pak minder eigenlijk. Dolph Lundgren, Stallone,
trainingmontage, toernooi, Rocky wint. So far, so formula. Maar daartussen wel
de, bij nader inzien wel extreem patriotische, superhit Living in America van
James *huh* Brown. Biij het terugzien van de bijbehorende videoclip kom ik tot
de constatering dat heel de film eigenlijk een pro-USA pamflet is. En dan nog
op zo'n typische, luide, in your face-manier.
Nog (steeds) niet gezien :
Honeymoon/Lune de miel met Nathalie Baye en John Shea.
Trailer alleen te vinden op Videodetective :
Plenty van Fred Schepisi met o.a. Meryl Streep, Charles
Dance, Sam Neill en als ik op de trailer moet afgaan een zeer slecht acterende
Sting. Ziet er best de moeite uit, maar zeer moeilijk te vinden.
Target van Arthur Penn met Gene Hackman en Matt Dillon.
En ondanks een grote Woody Allen fan te zijn heb ik nog
steeds Purple rose of Cairo niet gezien. Grootste reden hiervoor is de immer
irritante Mia Farrow.